Blij met weinig

“Ik wil jullie even allemaal zeggen dat ik vind dat we het goed doen. We zijn overal blij mee, zelfs met de meest simpele dingen,” zegt Sam terwijl we aan het ontbijten zijn. Hij gaat verder: “Ik zie een stukje mais tussen mijn rijst en denk ‘Yes, lekker, mais.’ Het is eigenlijk gek dat ik daar al blij mee ben.”

Drie pubers van 13, 14 en 17. Ze slapen samen op één kamer, regelmatig samen in ‘one double bed.’ Ze studeren samen, hebben ideeën en maken plannen. Ze komen elkaar de hele dag tegen.

‘Hello, we have your 2 motorbike. We like to rent longer, is that ok?’ app ik enkele dagen later naar de owner van de brommers.  ‘Is good you can rent the motor bike as long as you want it.’

En zo worden enkele dagen, enkele weken!

19 dagen, 650 km lang zitten Jade en Sam dicht tegen elkaar aan op de brommer. Ze spreken af wie naar links kijkt en wie naar rechts omdat anders de helm teveel stoot. En wie de voetsteuntjes gebruikt. En wanneer ze wisselen van kijkrichting.

Als je zo dicht op elkaar leeft, moet je alles wel afstemmen. En dat gaat ze goed af. Ze zijn het gewend. Op de een of andere manier weten ze altijd wel hun eigen ruimte te vinden.

Alledrie zijn ze enthousiast over de Aziatische Nasi Goreng als ontbijt. Wij wat minder van de dagelijkse witte vierkante sneetjes brood en het in teveel olie gefrituurde ei. “Ja Sam,” antwoord ik, “jullie zijn érg makkelijk en heel tevreden. We zijn heel blij met hoe jullie alles doen.”

Dagmar vindt het geweldig op Sumatra. “Ik ga hier zeker terug. Ik vind het hier zó gezellig! Ik ga het hier écht missen.” Overal spelen jongeren gitaar en zingt men samen. Dagmar (en Jade tegenwoordig ook) leggen makkelijk contact en genieten daar ook van. Binnen no time zingen ze favoriete Indonesische nummers mee. Je ziet hier geen ‘show off’ bij de jeugd. Het is allemaal heel relaxed. Dagmar voelt weer tijd om mensen te ontmoeten en daarna via Instagram contact te houden. Deze vrijheid kan ze nemen omdat het niet doorgaan van haar Staatsexamen haar weer veel ruimte geeft.

Wim en ik vinden het op Sumatra toch soms wat moeilijker om tot ontspanning te komen na een lange tocht. Vermoeid kom je dan aan in een dorpje en dan hoop je op een hotel met werkende warme douche, een wc met sproeier of wc papier (ipv schepbakje) en een werkplek. De informatie op booking.com klopt veelal niet.

Maar als we dan eenmaal voor enkele dagen gesetteld zijn, dan komt alles steeds goed. We maken dagtochten naar heerlijke hotsprings, vulkanen, oerwoud of grotten. Van school en werken komt minder terecht maar dat halen we later wel weer in.

Handdoeken, warm water voor onze Nescafé, een warme deken, onze melk in hun koelkast. Reviewers op Tripadvisor hebben zoveel niet bereikt wat zo makkelijk wel kan worden opgelost als je maar vraagt. Wat voor een lokale bewoner normaal en comfortabel is, is dat voor ons soms niet. Gewoon vragen of uitleggen wat je bedoelt en ze helpen je.

De mensen zijn zó hulpvaardig, vrolijk gestemd en vriendelijk, daar loopt mijn hart van over. Dit eiland heeft veel indruk op ons gemaakt. Deze bevolking – jong en oud – heeft tijd, ruimte en buitenlucht. Geen opgefokte mensen, drammerig getoeter of zichtbare stress.

“Ik moet bijna huilen,” zegt Dagmar, “het is hier zo fijn. Ik pas hier helemaal.”

Ja, ’t was soms zwaar, lang, nat, te hard, te vies …

Deze reis was er eentje terug in de tijd. We hebben  – al rijdend – stil gestaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *